LEF en moed

We gaan de echte gesprekken te vaak uit de weg

Finn Roset (22 jaar) is vierdejaars Verpleegkundestudent aan de Hogeschool van Amsterdam. Met zijn onderzoek naar seksueel grensoverschrijdend gedrag bij mannelijke verpleegkundigen won hij de Anna Reynvaan Studentenprijs 2023, die wordt uitgereikt aan de beste wetenschappelijke publicatie van een verpleegkundige. Wat leert het onderzoek van Finn ons over het aangaan van het lastige of oncomfortabele gesprek over een onderwerp als grensoverschrijdend gedrag?
Tijdens zijn stage in het ziekenhuis werd Finn geconfronteerd met een seksueel getinte grap door het familielid van een patiënt. Hoewel het hem niet van zijn werk hield, merkte hij dat de situatie toch door zijn hoofd bleef spoken. Hij besloot bij zijn mannelijke collega’s en medestudenten rond te vragen of zij soortgelijke situaties hadden meegemaakt. Uit die gesprekken bleek dat zij hier bijna allemaal mee bekend waren en op een bepaalde manier ook ooit slachtoffer waren. Over vrouwelijke slachtoffers van grensoverschrijdend gedrag was al veel bekend, maar over mannelijke slachtoffers hoorde hij bijna nooit iets. Daarom besloot Finn onderzoek te doen. Hij vond maar weinig artikelen over mannelijke slachtoffers, maar de publicaties die hij vond toonden opmerkelijk hoge cijfers.
Wat waren de belangrijkste bevindingen van je onderzoek?
“Doordat er zo weinig publicaties te vinden zijn over mannelijke slachtoffers van grensoverschrijdend gedrag, zijn mijn onderzoeksresultaten niet te generaliseren. Maar wat ik persoonlijk het meest opvallende resultaat vond, is dat 1 op de 5 mannen ooit te maken krijgt met grensoverschrijdend gedrag. Uit internationaal onderzoek blijkt dat dit bij mannelijke verpleegkundigen in ziekenhuizen om 40 tot 60 procent gaat. Meer dan 90 procent van de slachtoffers maakt hier geen melding van. Hiermee viel alles voor mij op zijn plek. Grensoverschrijdend gedrag bij mannen komt vaak voor, maar doordat het zo weinig gemeld wordt, is er weinig over bekend.”
Waarom denk je dat dit percentage zo hoog ligt?
“Het stigma vanuit de samenleving zorgt ervoor dat mannen het idee hebben dat ze geen slachtoffer kunnen zijn. Mannen die te maken krijgen met grensoverschrijdend gedrag zijn bijvoorbeeld bang dat ze raar worden aangekeken door collega’s als ze het aankaarten of dat er niets met hun melding wordt gedaan.”

Welke impact heb je met jouw onderzoek gemaakt?

“Na het presenteren van mijn onderzoek, kwamen er veel studenten naar me toe die soortgelijke situaties hadden meegemaakt. Wetenschappers, docenten, hoofdverpleegkundigen en teamleiders lieten me weten hoe dapper en knap ze het vonden dat ik me durfde uit te spreken over dit onderwerp. Op sociale media merkte ik daarentegen dat er veel negatieve reacties ontstonden. Mensen plaatsten comments als ‘ach, stel je niet aan’ of ‘dat hoort erbij als verpleegkundige’. Ik vind dat iedereen er een mening over mag hebben en ik snap ook wel waar bepaalde opmerkingen vandaan komen. Maar ik vind het belangrijk om te benadrukken dat het niet om mijn persoonlijke ervaringen gaat maar om het onderzoek dat ik heb gedaan. En of de reacties nou positief of negatief zijn, het onderwerp wordt besproken en dat was precies wat ik wilde bereiken met mijn onderzoek.”
Als eerste stap naar een oplossing gaf je aan dat je het onderwerp grensoverschrijdend gedrag bespreekbaar wilt maken. Met wie wil je die gesprekken voeren?
“Ik vind dat het overal besproken moet worden. Binnen opleidingen, op afdelingen in het ziekenhuis maar bijvoorbeeld ook in vriendengroepen. Ik denk dat het goed is om te praten over seksueel overschrijdend gedrag en te erkennen dat iedereen daar slachtoffer van kan zijn, of het nou mannen, vrouwen of alles ertussenin betreft. Wanneer mensen rondlopen met het idee dat ze geen slachtoffer kunnen zijn – bijvoorbeeld omdat ze man zijn – kan dat nare gevolgen hebben, zoals een grotere kans op stress, depressie en angststoornissen. De eerste stap is dus: maak het bespreekbaar. Wanneer een situatie je niet lekker zit of je hebt het idee dat het niet oké was wat je overkwam: praat erover. Op het moment dat je het deelt, is het niet meer alleen iets van jou.”
“Door het persoonlijk te houden kan de luisteraar daar geen oordeel over vormen. Het gaat namelijk over hoe jij het hebt ervaren en daar is niets goed of fout aan.”
Het gesprek aangaan, hoe doe je dat?
“Dat kan ontzettend lastig zijn. Door aan te geven dat je slachtoffer bent of je zo voelt, stel je je kwetsbaar op. Het helpt om met iemand te praten die je vertrouwt en naar wie je je kunt openstellen, maar dit is uiteraard niet toepasbaar op iedere situatie. Op de werkvloer heb je bijvoorbeeld te maken met mensen die je minder goed kent en met wie je niet altijd die sterke vertrouwensband hebt. In dat geval kan het helpen om het verhaal te splitsen in twee vragen: ‘wat is er gebeurd?’ en ‘hoe voel ik me daarbij?’ Eerst vertel je ‘objectief’ over de situatie: ‘wat deed ik?’ en ‘wat deed de ander?’ Vervolgens licht je toe hoe je je daarbij voelt. Door het persoonlijk te houden kan de luisteraar daar geen oordeel over vormen. Het gaat namelijk over hoe jij het hebt ervaren en daar is niets goed of fout aan.”
Vind je dat we als maatschappij te vaak weglopen voor dit soort ‘lastige’ gesprekken?
“Dat denk ik wel. Ik heb het idee dat tegenwoordig - in het sociale media tijdperk - mensen vanachter hun schermpjes helemaal los durven te gaan, maar dat we in het echte leven veel terughoudender zijn geworden. De echte gesprekken gaan we te vaak uit de weg. In mijn ogen hebben met name mannen vaak het idee dat ze niet kunnen praten over hun gevoelens of onprettige situaties die ze hebben meegemaakt. Ik denk dat we daar als maatschappij zeker stappen in te maken hebben.”
“Ik heb het idee dat tegenwoordig – in het sociale media tijdperk – mensen vanachter hun schermpjes helemaal los durven te gaan, maar dat we in het echte leven veel terughoudender zijn geworden.”
Het vergt veel lef en moed om een onderwerp als grensoverschrijdend gedrag aan te kaarten. Heb je getwijfeld om je onderzoek hierop te richten?
“Ja en nee. Ik ging mijn onderzoek in zonder enige twijfels. In mijn ogen was dit een perfect thema om aan te snijden in de tijd van nu. Daarnaast zag ik kansen om een nieuw perspectief in te brengen in het gesprek over grensoverschrijdend gedrag en mensen wakker te schudden. Naarmate het onderzoek meer aandacht kreeg, sloegen de twijfels wel even toe. ‘Heb ik het wel goed aangepakt?’, ging er door mijn gedachten heen. Maar al snel kon ik die gedachte van me afzetten. Ik zie het als iets positiefs dat mijn onderzoek, en daarmee ook het onderwerp grensoverschrijdend gedrag bij mannelijke verpleegkundigen, zoveel aandacht heeft gekregen.”
Welk advies heb je als het gaat om het voeren van het lastige of oncomfortabele gesprek?
“Blijf dicht bij jezelf. Vertel wat je zelf wilt vertellen en probeer je niet te laten tegenhouden door de gedachte dat het teveel of overdreven is wat je zegt of dat het niet de juiste plek is om jouw situatie bespreekbaar te maken. Ik besef me uiteraard dat dit makkelijker gezegd is dan gedaan.”
En als het gesprek aangaan toch als een te grote stap voelt, wat kun je dan doen?
“De #zouikwatzeggen-app van Amsterdam UMC zou daar een goede oplossing voor zijn. Deze app bevat een meldknop om grensoverschrijdend gedrag direct bij de juiste persoon te melden. Dat kan volledig vertrouwelijk en eventueel anoniem. Het kan lastig zijn om bijvoorbeeld naar je teamleider te stappen op het moment dat de werkvloer onveilig aanvoelt. Een app zoals die van Amsterdam UMC maakt het mogelijk om op een laagdrempelige manier een melding te maken. Uiteindelijk is het natuurlijk het beste om toch het gesprek aan te gaan, maar soms heeft het tijd nodig voordat je daar klaar voor bent.”

Vertrouwenspersonen bij de HvA

Als je bij de HvA te maken hebt met ongewenst gedrag kun je een melding doen en hulp zoeken bij de vertrouwenspersonen voor studenten en medewerkers van de HvA.

Een belangrijke ambitie van de HvA is om een inclusieve hogeschool te zijn waar alle studenten en medewerkers zich welkom, thuis en veilig voelen en gelijke kansen krijgen. Vanaf eind augustus start de HvA een campagne over sociale veiligheid. Het is een van de initiatieven om aandacht te geven aan dit onderwerp binnen de HvA.
Via een QR-code kunnen studenten en medewerkers een interne site bezoeken met informatie, tips en hulp, bijvoorbeeld over hoe het gesprek aan te gaan.
Met jouw onderzoek won je de Anna Reynvaan Studentenprijs. Welk effect had het winnen van deze prijs?
“Naast de enorme aandacht voor het onderwerp grensoverschrijdend gedrag bij mannen, heeft het ook voor toenadering van verschillende instanties gezorgd. Zo heeft het Mannen Netwerk Verpleegkunde (een netwerk dat zich richt op het vergoten van diversiteit in het verpleegkundig beroep, red.) mij gevraagd om mijn ervaringen te delen met scholieren en studenten en hen te enthousiasmeren voor het beroep. Als ik de Anna Reynvaan Studentenprijs niet had gewonnen, had ik misschien nooit van het bestaan van dit netwerk af geweten. Ik vind het leuk dat ik op deze manier iets kan bijdragen aan een doel waar ik 100 procent achtersta.”
Wat zou je nog willen bereiken als het gaat om het bespreekbaar maken van grensoverschrijdend gedrag?
“Er is een aantal zaken waar ik voor wil pleiten. Allereerst wil ik nog meer aandacht creëren voor grensoverschrijdend gedrag bij mannen. Met de hoeveelheid aandacht die het nu krijgt, gaat dat al de goede kant op. Daarnaast wil ik het onderwerp aankaarten binnen mijn opleiding. In het vak Communicatieve vaardigheden leer je hoe je moeilijke gesprekken kunt voeren, bijvoorbeeld wanneer weerstand of taalbarrières een rol spelen. In die lessen staat vooral het belang van de patiënt voorop en niet zozeer dat van de verpleegkundige. Na het winnen van de Anna Reynvaan Studentenprijs kreeg ik hier veel reacties over, bijvoorbeeld van een decaan die in de opleiding aandacht wil besteden aan het onderwerp grensoverschrijdend gedrag. Het toevoegen van lessen over dit thema zou een mooie eerste stap zijn en al veel verschil maken. Tot slot hoop ik dat mijn onderzoek aanspoort tot meer praktisch toepasbaar vervolgonderzoek naar grensoverschrijdend gedrag in de zorg. Wat kunnen we concreet doen om het te voorkomen en als het toch voorkomt – wat een grote kans is – hoe gaan we er dan mee om?”