Samenwerken met de stad

Aisa Amagir

Programmaleider onderzoeksprogramma ‘Een onzeker bestaan in de stad’
“Instantiekapitaal: dat we er voor gezorgd hebben dat die term nu ook echt door gemeentes en andere onderzoekers wordt erkend en gebruikt. Daar ben ik wel het meest trots op. In ons onderzoek bij het Kenniscentrum Ongelijkheid hebben we gekeken naar groepen mensen die bestaansonzekerheid ervaren. Dan moet je dus denken aan mensen die de overheid nodig hebben om in hun bestaan te voorzien, maar tegelijkertijd vastlopen in de complexiteit van die overheid.
We kwamen er tijdens het onderzoek achter dat mensen er bijna een dagtaak aan hebben om hun weg te vinden. Het systeem, zowel van de Rijksoverheid als de gemeente is zo ingewikkeld, daar lopen ze gewoon in vast. Om dat systeem te begrijpen heb je dus wat we noemen instantiekapitaal nodig. Het mooie is dat dat nu dus door overheden wordt onderkend. De gemeente Amsterdam heeft onze term echt geadopteerd en opgenomen in hun agenda.

Samen met de gemeente Amsterdam gaan we nu kijken hoe we er voor kunnen zorgen dat mensen minder afhankelijk zijn van dat instantiekapitaal. En hoe ze het vertrouwen kunnen herstellen door o.a. opbouwende hulp te bieden. Een van de jongeren die we spraken zei het treffend: Ik wil gewoon iemand die met me communiceert alsof ik een normaal persoon ben, en niet als iemand met 10.000 beperkingen. Het gaat er gewoon om dat we mensen gelijkwaardig behandelen."
Aisa Amagir
“Wat heb je nodig om goed te leven?” Dat is een zin die we nu ook met professionals willen gaan bespreken. Dus niet vragen wat je voor iemand kunt doen, of welke problemen iemand heeft. Want we willen uiteindelijk allemaal goed leven toch? Ik wil er namelijk samen met die professionals voor zorgen dat mensen wat meer grip op hun leven krijgen. Dat ze hun weg weten te vinden in onze verzorgingsstaat en daadwerkelijk steun ervaren van de overheid. Dat is waar ik het voor doe.”

Annemarie Hulst‑Waal

Programmamanager Living Labs
“Ik kijk altijd: hoe kunnen we onderzoek, praktijk en onderwijs zo met elkaar verbinden dat er synergie ontstaat? Onze kennis moet terechtkomen bij de mensen om wie het gaat. Via de beroepen waarvoor we opleiden, maar ook via onze huidige studenten. Dat proberen we via onze Living Labs voor elkaar te krijgen.
Annemarie Hulst-Waal

Studenten, docenten en onderzoekers werken er met echte mensen aan oplossingen voor vitaliteitsvraagstukken. Met de burgers zelf, maar ook met beleidsmedewerkers, mensen van de gemeente, bedrijven en professionals. Dat doen we in HvA Buurtcampussen, maar ook in ziekenhuizen, revalidatiecentra, op scholen en sportclubs. Of woonlocaties, zoals het Amstelhuis. Daar doen we onderzoek met studenten en oudere Amsterdammers.
Bij traditioneel onderzoek ben je zo vier jaar verder, voordat je resultaten hebt. Maar de maatschappij verandert zó snel; Amsterdammers en de professionals kunnen niet wachten. Daarom doen onderzoekers in de Living Labs vaak participatief actieonderzoek. Ze komen gelijk iets brengen. Bijvoorbeeld een activiteit. Dat brengt je in contact met mensen, die het onderzoek gaan mee-ontwerpen. Dat werkt beter en is toch veel leuker dan alleen maar bevraagd worden met een enquête? Zo voorkomen we ook dat mensen onderzoeksmoe worden, en onze studenten en docenten in de wijken als een sprinkhanenplaag gaan zien.
Voor studenten krijgt hun opleiding dankzij de Living Labs meer betekenis. Het is best onrustig, in de wereld, je merkt dat ze graag nú iets doen. Daarom willen we de Living Labs meer integreren in de curricula. Hun docenten leiden we op tot stadsdocenten, die vaste gezichten worden in de Living Labs. Onze sport- en gezondheidsopleidingen werken vaak met elkaar samen. Ze hebben elkaar nodig, want terwijl sportverenigingen leeglopen, lopen de ziekenhuizen door beweegarmoede vol. En dankzij ons Training for Excellence-lab werkt onderzoek uit de sportpsychologie nu door naar de tandheelkundeopleiding. Hoe kun je onder druk presteren, wat weten we vanuit de topsport? Door samen te werken kun je systemen in beweging krijgen!”

Esther Koster

Ontwikkelaar projectvak De Rechtvaardige Stad
“Met het vak De Rechtvaardige Stad werk ik aan mijn droom: ervoor zorgen dat Bestuurskundestudenten zich ontwikkelen tot streetwise, sensitieve en zelfbewuste bestuurskundige professionals. Dat word je niet vanachter je computer, maar wel door naar buiten te gaan en te praten met mensen. Met iemand die dakloos is bijvoorbeeld, of die huishoudelijke hulp nodig heeft. Of iemand die om een andere reden een publieke dienst nodig heeft.
Daarom heb ik het klaslokaal verplaatst naar drie HvA-Buurtcampussen. Daar kunnen de studenten zelf ervaren hoe complex vraagstukken rondom sociale rechtvaardigheid en toegankelijkheid van voorzieningen zijn. Elke woensdag hadden we een lange projectdag. We begonnen ‘s ochtends met een online gastlezing van een praktijkonderzoeker. Die streamden we dus op drie locaties, beetje CNN-achtig! Ook kwamen er gastsprekers uit de buurt. ’s Middags gingen de studenten de wijk in om met burgers en andere partijen te praten. Ze vertelden hoe ongemakkelijk dat soms voelde. Knoop maar eens op straat met een wildvreemde een gesprek aan over armoede!
Ik zie mezelf als ontwerper van leeromgevingen waarin iets spannend gebeurt en vind het erg leuk om daar partners bij te zoeken. Ik benaderde de Ombudsman Metropool Amsterdam; die heeft toch ook een verantwoordelijkheid om de toekomstige professionals te vormen?! Munish Ramlal bleek een heel leuke opdrachtgever. Hij zei tegen de studenten: ga de gemeentelijke dienstverlening maar testen als mystery guest! Dus die belden met het Stadsloket om voor hun fictieve moeder huishoudelijke hulp aan te vragen. Of ze kozen een persona, zoals de Ghanese Kofi die een probleem had met zijn Burgerservicenummer. Ze werden vaak met een kluitje in het riet gestuurd en voelden zo de kloof tussen overheid en burgers."
Esther Koster
Het vak eindigde met een fantastische eindconferentie in de centrale OBA. De studenten praatten met ambtenaren en hulpverleners aan thematafels en de Ombudsman draaide als DJ zijn technoset. Hartstikke leuk!
"Met hulp van het Centre of Expertise Rechtvaardige Stad ga ik het studentenonderzoek volgend jaar methodisch versterken. Dan kunnen we met de aanbevelingen meer impact maken en de gemeente in beweging brengen de stad rechtvaardiger te maken. Juist voor kwetsbare burgers!”

Winnie Hattink

Projectmedewerker Buurtcampus Nieuw-West
“Toen ik in mijn derde jaar van de opleiding Pedagogiek op de HvA zat ben, ben ik vrij last minute bij de Buurtcampus terechtgekomen. De stage die ik zou gaan doen werd afgezegd en toen vertelde een studiegenootje hoe tof ze haar stage bij de Buurtcampus vond.

Tijdens mijn opleiding ben ik er altijd van uitgegaan dat ik iets met kinderen of jonge kinderen zou gaan doen, maar tijdens mijn stage ging ik opeens met jongeren en jongvolwassenen aan de slag. Ik had niet verwacht dat daar mijn passie lag, maar nu ben ik toch al mooi twee jaar werkzaam als projectmedewerker bij de Buurtcampus.
Winnie Hattink
Ik ben medeverantwoordelijk voor twee programma’s bij de Buurtcampus. Een waarin eerstejaarsstudenten pedagogiek, social work of toegepaste psychologie kinderen uit Slotermeer en Geuzenveld begeleiden die onder de armoedegrens leven of van wie het taalniveau lager ligt. Bij het programma ‘de Keukentafel’ werken we aan ouderbetrokkenheid en kijken wij samen met gezinnen hoe kinderen door ouders begeleid kunnen worden in het ontwikkelen van schoolse vaardigheden.
Wat je ziet is dat iedere Buurtcampus weer een ander accent heeft, maar dat we als geheel wel echt een sterk onderdeel zijn geworden van wat de HvA voor ogen heeft. We willen iets teruggeven aan de wijken van Amsterdam en daarmee ook de studenten een waardevolle ervaring in het werkveld bieden. Het afgelopen jaar hebben we in een nieuwe wijk in Amsterdam Nieuw-West ‘de Keukentafel’ opgezet. Het is dan altijd even spannend of het ook daar gaat lopen. Inmiddels zie ik weer dat alle studenten een gezin kunnen begeleiden. Ouders bellen ons op om te bedanken voor de geweldige begeleiding. Dat zijn de kleine geluksmomenten die het allerzwaarst wegen voor mij.”